Zonnepanelen:
Er zijn maar weinig mensen die genieten van de aanblik van zonnepanelen. Toch accepteren we die stedelijke transformatie van de stad. Waarom? Die inschikkelijkheid heeft vooral praktische redenen: de klimaatproblematiek, de noodzaak tot vermindering van fossiele brandstoffen, de radicale geopolitieke verschuiving van het laatste jaar, de noodzaak de energieafhankelijkheid van foute regimes te beperken en, zeker niet in de laatste plaats, de noodzaak iets te doen aan de energiekosten. Immers, de prijsstijging tot 300% van gas en in mindere mate van elektriciteit zal niet alleen de lagere inkomensgroepen maar binnenkort ook delen van de middenklasse aan de bedelstaf brengen. Het overheidsbeleid ter stimulering van de plaatsing van zonnepanelen sluit hier naadloos bij aan. Huiseigenaren krijgen financiële steun en bij de plaatsing van zonnepanelen wordt hen geen strobreed in de weg gelegd.
Monumentaal technisch
Maar er is een keerzijde. Wanneer het gaat om monumenten, rijks- of gemeentelijk, hanteert de overheid een radicaal tegenovergesteld beleid. Het is nee tenzij, en vervolgens voluit op de rem. De overheid heeft daarvoor twee argumenten: een monumentaal technisch en een monumentaal esthetisch argument, namelijk de aantasting van het stadsgezicht. De monumentaal technische redenering is heel begrijpelijk en volstrekt terecht. Monumenten geven een beeld van vroeger tijden en moeten nog eeuwen mee. Daarom is er een grondregel: onderhoud en vernieuwing mogen de monumentale waarden van een pand nooit aantasten. Alle aangebrachte wijzigingen moeten reversibel zijn in afwachting van betere oplossingen. Met andere woorden, aanpassingen moeten eenvoudig verwijderd kunnen worden zonder schade aan de monumentale waarden toe te brengen. Een verzoek tot plaatsing van zonnepanelen op een monumentaal dak maakt echter slechts hoogst zelden inbreuk op deze monumentale grondregel. Ze tasten het wezen van het monument niet aan. Over tien, twintig of dertig jaar zullen de huidige fossiele energiebronnen steeds minder in gebruik zijn. Dan geven alternatieven als waterstof, kernenergie en windenergie geven de toon aan. Zonnepanelen met hun gemiddelde levensduur van 25 jaar zijn dan verouderd en overbodig. Ze kunnen dan ingeruild worden voor modernere alternatieve energiebronnen. Het monument kan dan probleemloos in zijn oorspronkelijke staat worden hersteld.
Monumentaal esthetisch
Wat overblijft als argument tegen zonnepanelen op monumenten is het esthetische bezwaar: het beschermde stadsgezicht verliest aan kwaliteit. Zonnepanelen mogen daarom alleen uit het zicht worden geplaatst. In de praktijk betekent dit dat toestemming voor plaatsing maar zelden wordt verleend. Sterk is dit argument niet. Toegegeven, zwarte zonnepanelen op rode monumentale daken zijn niet fraai maar gelukkig zijn er inmiddels panelen in diverse kleuren voorhanden die doorgaans goed mengen met de verschillende dakpartijen. Bovendien blijft de vraag waarom zonnepanelen – en de meeste zijn lelijk zwart - op ‘gewone’ huizen onze esthetische gevoelens niet zouden kwetsen. Daar komt bij dat vele van die gebouwen net zo goed positief bijdragen tot het fraaie stadsgezicht maar in het verleden, vaak op toevallige gronden, niet tot rijks- of gemeentelijk monument zijn verheven. In zo’n context verliest het esthetische argument goeddeels zijn kracht.
Monumenten en verduurzaming
Klaarblijkelijk heeft de overheid niet in de gaten dat het verbod op het plaatsen van zonnepanelen het paard achter de wagen spant als het gaat om de verduurzaming van vooral particuliere monumenten. Grotere verduurzamingsprojecten zijn nog wel succesvol maar vooral omdat ze vaak uit de overheidskas worden gefinancierd. Het gasvrij maken van een monument is oneindig veel ingewikkelder en ook veel kostbaarder dan van een woning uit de jaren zestig of zeventig. Wanneer men dat prijzige en ingrijpende traject dan eindelijk achter de rug heeft, kan als volgende stap de (hybride) waterpomp worden aangeschaft waarmee het gasgebruik fors kan worden gereduceerd. Zonnepanelen om het dan drastisch stijgende elektriciteitsgebruik te compenseren, heeft de overheid echter verboden. Willens en wetens worden in tijden van hoge energieprijzen particuliere monumentbezitters, wier huizen toch al moeilijk te verwarmen zijn, extra in de financiële problemen gebracht met als enige argument dat hun pogingen te verduurzamen, het stadsgezicht vernielen en de esthetische beleving van de burgerij aantasten. Erfgoed is inderdaad van iedereen maar het gaat niet aan de lasten ervan slechts bij een partij, namelijk de particuliere bezitter van het monument, te leggen.
Er is slechts een fatsoenlijke conclusie mogelijk: zonnepanelen dienen te worden toegelaten met op het aanbod afgestemde voorwaarden rond kleurstelling tenzij er voor een verbod veel betere argumenten worden gegeven dan hier weerlegd.
Wijnand Mijnhardt Mijnhardt plaatste in Duurzaamheid en energiebesparing
1 jaar geleden
Openbaar
inloggen of registreren om te reageren.